
PSV-supporters in de val tijdens grote razzia bij stadion, 1944
‘Een tiental jongens zijn via de achterdeur ons huis in gevlucht’

Ondanks de Duitse inval in 1940 wordt na korte tijd de voetbalcompetitie hervat, ook voor PSV. In het boek PSV tijdens de Tweede Wereldoorlog onthult Joris Kaper de grotendeels onbekende geschiedenis van de voetbalclub tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het is een verhaal over PSV-leden die gehoor geven aan de oproep voor de Arbeitseinsatz in Duitsland, terwijl anderen onderduiken of omkomen. En over Joodse leden die ‘verdwijnen’ en PSV’ers die in het verzet gaan. Het Philips Sportpark wordt ondertussen regelmatig geconfisqueerd door de Duitsers en op een dag vindt er zelfs een razzia plaats.
Hieronder (ook te lezen op Historiek) een fragment uit het boek over deze razzia op het PSV-terrein, waarbij de supporters als ratten in de val zitten.
De razzia van 27 februari 1944
Begin 1944 doet de Duitse bezetter nog steeds een beroep op mannen die in Duitsland tewerkgesteld kunnen worden. Evenementen waarbij veel mensen samenkomen, zoals voetbalwedstrijden, zijn dan ook regelmatig het doelwit van razzia’s. De Duitsers (en Duitsgezinde Nederlanders) zijn onder meer op zoek naar personen die zich onttrekken aan de Arbeitseinsatz. Op 27 februari 1944 vindt er een razzia op het Philips Sportpark van PSV plaats. Die datum is niet willekeurig gekozen, want dan staat de belangrijke wedstrijd tussen PSV en LONGA uit Tilburg op het programma. Beide ploegen zijn de voornaamste titelkandidaten voor het zuidelijk kampioenschap. Wint PSV, dan neemt het de koppositie over van LONGA.
Seizoen 1943-1944
Dat PSV eind februari 1944 speelt om de koppositie, is eigenlijk een wonder. Het seizoen lijkt namelijk als een nachtkaars uit te gaan, want in de eerste seizoenshelft is de kans op het kampioenschap naar nul gedaald. De helft van de eerste veertien wedstrijden gaat verloren, maar daarna komt de grote ommekeer. In een terugblik van De PSV’er uit maart 1945 wordt zelfs gesproken over ‘een periode die in onze PSV-geschiedenis geboekstaafd zal blijven als een van de mooiste tijdperken.’
Gezien de nog voortdurende oorlog, waarbij een aantal PSV-leden nog steeds in Duitsland zit, is het niet de meest verstandige woordkeuze. Qua resultaten kloppen de woorden wel. Met nog acht wedstrijden te gaan kan PSV alleen aanspraak maken op het kampioenschap door deze allemaal te winnen. Wonder boven wonder gebeurt dat ook, al wordt de zegereeks ruw onderbroken door een razzia op het Philips Sportpark.

De belangstelling voor PSV-LONGA, de voorlaatste wedstrijd van het seizoen, is enorm groot. Zo groot dat het sportpark tijdelijk met 1.200 plaatsen wordt uitgebreid. Met ongeveer 20.000 supporters zit het stampvol, zodat mensen zelfs plaatsnemen op de daken van de tribune en het kleedkamergebouw.
Het oorlogsdagboek van Piet Bakers
Piet Bakers, de PSV’er die door het Sinterklaasbombardement (bombardement in 1942 van de RAF op de Philipsfabrieken red.) zes familieleden verliest, is een van de spelers op het veld. Hij houdt in seizoen 1943-1944 een dagboek bij over de sportieve prestaties van PSV. Toch is de oorlog nooit ver weg. Zo beschrijft hij onder meer hoe Ad van Tuyl en Miel d’Hooghe zich laten afkeuren voor de Arbeitseinsatz en hoe Ad Smits onderduikt. Ook beschrijft hij hoe er die winter wordt getraind. En dat is improviseren, want verlichting is in de avond verboden vanwege de verduisteringsvoorschriften:
“De training werd niet verwaarloosd. Op een stikdonker terrein, waarvan alleen nog de witte lijnen en de omrastering van de sintelbaan te zien waren, trainde we op gymnastiekschoenen tot we er zowat bij neervielen. Hierna namen we een lekkere, warme douche en daarna werd gezamenlijk de volgende wedstrijd besproken.
Ook de razzia bij PSV komt aan bod in het dagboek. Over de razziawedstrijd schrijft hij:
“De wedstrijd zelf verliep onder enorme spanning. De rust gingen we in met 1-1 en Miel d’Hooghe, die ook de eerste goal gemaakt had, wist ook de tweede voor zijn rekening te nemen. Intussen was het gaan sneeuwen en het veld werd bijna onbespeelbaar. Hierbij kwam de zenuwachtige spanning van het publiek dat zich steeds meer aan de rand van het veld opstelde. Het was en bleef 2-1, hoe Pellikaan en de zijnen zich ook inspanden. Rood-Wit had weer gezegevierd en kwam door een beter doelgemiddelde aan de top van de ranglijst.
Sportpark omsingeld

Na de rust van de wedstrijd slaat de sfeer op de tribunes om en dat heeft niets te maken met de wedstrijd. Het sportpark wordt namelijk omsingeld door Duitsers en Nederlandse Landwachters. Een van hen is Marinus Meelen, die lid is van een hele rits pro-Duitse organisaties: de NSB, de NDK (Nederlands-Duitse Kultuurgemeenschap), de NAF (Nederlands Arbeidsfront) en de Nederlandse Landwacht. In die hoedanigheid bewaakt ook Meelen het sportpark, bewapend met een revolver en een jachtgeweer.
De uitgangen worden afgesloten en toeschouwers zitten in de val. En dat is slecht nieuws voor een aantal van hen, want er bevinden zich ook een aantal onderduikers onder de toeschouwers. Het verzet heeft in de periode voorafgaand aan de razzia al regelmatig afgeraden om naar massale bijeenkomsten te gaan. Maar het verlangen bij de onderduikers om deze belangrijke wedstrijd bij te wonen wint het uiteindelijk van hun angst om opgepakt te worden. Nu zitten zij flink in de problemen. Piet Bakers:
“Tijdens de wedstrijd werd via de luidsprekers bekendgemaakt dat niemand het sportpark mocht verlaten, voordat er controle op zijn persoonsbewijs was uitgeoefend. Terwijl men dit omriep, begonnen de aanwezigen te schreeuwen dat horen en zien verging. En niemand kon precies verstaan wat er eigenlijk gezegd werd.
Gerda Damen-Vermeulen, geboren op het sportpark en ooggetuige
Gerda Damen-Vermeulen woont tijdens de Tweede Wereldoorlog op het Philips Sportpark. Sterker: ze is er geboren als dochter van terreinknecht Nol Vermeulen. Ook Gerda is aanwezig op het PSV-sportpark als de razzia plaatsvindt. Het staat haar nog voor de geest, al was ze destijds nog maar een kind:
“Ik weet niet meer hoe de razzia begon, ik was nog jong. Maar ik was daar en op een gegeven moment werden de poorten gesloten. Duitsers en NSB’ers waren op zoek naar ondergedoken jongens die tewerkgesteld waren in Duitsland. Die wisten dat ze moesten vluchten toen duidelijk werd wat er gebeurde. Een tiental jongens die naar PSV kwamen kijken zijn toen via de achterdeur ons huis in gevlucht. Op dat moment hadden we een agent in de kost, Rein Wijs. Gelukkig was hij een ‘goede’. Hij stond bij de achterdeur, die uitkwam aan de kant van het sportterrein. Hij draaide de deur op slot en ging buiten staan met de melding tegen de Duitsers en NSB’ers dat er niemand in mocht. Ondertussen lag er ook onder zijn eigen bed een jongen verstopt. Maar ook in kasten en in onze kelder verstopten zij zich.
Onderduikers ontsnappen als PSV-spelers

PSV-speler Piet Bakers hoeft als speler niet bang te zijn om opgepakt te worden. In zijn dagboek, in de jaren zestig deels gepubliceerd in het Eindhovens Dagblad, vertelt hij hoe vier onderduikers de dans ontspringen:
De spelers op het veld mochten door een achterpoort het terrein verlaten, omdat daar volgens de Duitsers “toch geen onderduikers bij waren”. Maar daar zaten er nota bene vier tussen!
Wie deze vier spelers zijn, is niet bekend, maar daar zou Ad Smits bij kunnen horen. Smits zat namelijk ondergedoken, maar bleef in de rest van het seizoen ondertussen ‘gewoon’ zijn wedstrijden spelen in het eerste van PSV.
Ooggetuigen Jan Scholtens en Frans Gruijters
Ook Jan Scholtens (92 jaar in 2024) is als kind ooggetuige van de razzia. Ruim tachtig jaar later kan hij zich bepaalde details nog goed herinneren.
“Ik herinner me de razzia nog, ik was net een paar weken twaalf jaar. Ik woonde in Philipsdorp in de Annastraat, tegenover het bijveld van PSV. Ik ging vaak kijken bij wedstrijden, ook omdat vier ooms van mij bij PSV voetbalden. Een van hen is Berend Scholtens, hij speelde in het eerste. En ook oom Jan, Jampie genaamd, heeft daar even in gevoetbald. Twee andere ooms speelden in een lager elftal. Bij de razzia in 1944 was ik ook aanwezig, maar als kleine jongen mocht ik het sportpark verlaten. Veel anderen konden dat niet. Ik werd aangesproken door een man die zijn persoonsbewijs niet bij zich had en bood mij een zilveren gulden aan als ik dat bij hem thuis zou ophalen. Ik ben toen naar zijn huis gelopen om dat op te halen. Ik mocht niet terug het sportpark op, maar heb dit over de muur aangegeven. Via via is dat goed bij die man terechtgekomen. En de zilveren gulden is op die manier ook bij mij terechtgekomen.
Frans Gruijters, overleden in oktober 2024, is een andere ooggetuige die een paar jaar terug vertelde over de razzia:
“Alle mannen tot veertig jaar konden worden opgepakt. Er was veel drukte en ineens was ik mijn vader, die toen veertig was, kwijt. Ik was erg bang en ben tenslotte alleen naar huis gelopen. We waren thuis angstig. Waar bleef hij toch? Gelukkig wist hij uit handen van de Duitsers te blijven.
Razzia blijkt grote mislukking voor de Duitsers

De razzia duurt tot in de avond, en hoewel officiële cijfers ontbreken, blijkt het een grote mislukking. Bronnen melden verschillende arrestaties, variërend van geen enkele opgepakte persoon tot hooguit vier. Bakers hierover:
Het arme publiek werd vastgehouden tot 19.00 uur ’s avonds. Onder bedreiging van vuurwapens werden zij in bedwang gehouden. Slechts drie mannen worden opgepakt en zij worden bovendien later ook nog vrijgelaten als blijkt dat zij op een Wehrmachtsbetrieb werken, een bedrijf dat voor de bezetter produceert.
De PSV’er vermeldt later: ‘De razzia leverde hen niks op. Ze boekten alleen als resultaat, dat de haat tegen de overweldigers en hun aanhangers, weer eens sterker werd.’
Bestel het boek PSV tijdens de Tweede Wereldoorlog hier.
