Anton van Anrooy en zijn vrouw
Philips-connectie,  Verzet,  Vrijheid

Anton van Anrooy, PSV-voorzitter en oprichter van de Oorlogsgravenstichting

Anton van Anrooy was een veelzijdig man. Hij is in de jaren dertig en veertig hoofd van de Geneeskundige Dienst bij Philips en actief bij het Rode Kruis. In 1934 is hij initiatiefnemer van de bloedtransfusiedienst, een van de eerste in Nederland. Ook is hij voorzitter (en arts) bij PSV. Bovendien is hij reserve-luitenant-kolonel in het leger. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en na de bevrijding van Zuid-Nederland verandert zijn ‘takenpakket’ nog eens grondig.

In augustus 1931 stelt de dan 36-jarige Van Anrooy zich verkiesbaar als voorzitter van PSV, nadat een groep leden hem heeft voorgedragen. Per september is hij officieel voorzitter. Hij is net een paar maanden voorzitter als hij in december promoveert aan de Universiteit van Utrecht tot doctor in de geneeskunde. Dat Van Anrooy dan al een druk leven leidt, komt mede tot uiting in de notulen van vergaderingen van het PSV-bestuur uit die jaren. Hij staat regelmatig als afwezig genotuleerd.

Arts bij Philips, voorzitter bij PSV

Bij PSV combineert Van Anrooy zijn voorzitterschap met dat van arts. Een mooi voorbeeld hiervan is het geven van EHBO-cursussen aan de leden, waarbij hij vooral elftalleiders en leden van de jeugdcommissie verzoekt om de cursus te volgen. 12 lessen, verspreid over drie maanden. Ondanks zijn drukke leven ziet hij kans om in de winter van 1937 mee te gaan naar Duitsland voor twee oefenduels van PSV tegen TURU Düsseldorf. Dat de nazi’s al dan aan de macht zijn is te zien aan het stadion van de club, dat de naam Hermann Göring Kampfbahn draagt.

2,5 jaar later, op 20 juli 1939, laat Anton van Anrooy op de jaarlijkse algemene ledenvergadering weten dat hij zich niet herkiesbaar stelt voor voorzitter. Hij wil zich richten op zijn werk dat eigenlijk al zijn tijd in beslag neemt. Sportief gezien heeft PSV er onder zijn bewind mooie jaren opzitten. In 1935 wordt de club voor de tweede keer landskampioen, terwijl het in 1932, 1933, 1935, 1937 en 1938 afdelingskampioen wordt. Van Anrooy richt zich vanaf dat moment op zijn werk bij Philips en het Rode Kruis.

Rol in de oorlog

In de eerste oorlogsjaren verandert er voor Van Anrooy weinig bij Philips. Dat verandert deels naarmate de oorlog vordert. Na het bombardement van 6 december 1942 neemt Van Anrooy het (vrijwillige) medische toezicht in het Don Boscohuis op zich, waar Eindhovenaren worden verzorgd die dakloos zijn geworden door het bombardement. Ook wordt hij belast met de identificatie van oorlogsslachtoffers in Eindhoven. Het zal ongetwijfeld de combinatie van militair, arts en medewerker van het Rode Kruis zijn dat hij daarvoor de aangewezen persoon is.

Na de oorlog is niets met betrekking tot de oorlogsslachtoffers centraal georganiseerd in Nederland. Er zijn tienduizenden Nederlandse doden, die overal ter wereld begraven liggen, terwijl in Nederland elke gemeente zorgt draagt voor haar eigen grondgebied en slachtoffers. Omdat die situatie onwenselijk is, wordt de Dienst Identificatie en Berging opgericht, waar Van Anrooy het hoofd van wordt. Dat hij deze taak belangrijk vindt, blijkt wel als hij na de bevrijding van Zuid-Nederland zelf voor de financiering zorgt voor de identificatie van slachtoffers, nog voordat het Rode Kruis zich daarmee gaat bemoeien.

Gemeenschap Oud Illegale Werkers

Dat Van Anrooy ook actief is in het verzet staat vast, want zijn naam komt voor op de namenlijst van de Gemeenschap Oud Illegale Werkers Nederland. Ook wordt hij genoemd op een lijst van leden van de Ordedienst van Gewest 18 (Eindhoven). De link met mede-PSV’ers Jaap Hamming en Gautier Thal Larsen is dan snel gelegd.

Wat hij precies in de oorlog heeft gedaan aan verzetswerk, blijft voor een deel onbekend. Als arts van PSV speelt hij in ieder geval goed mee bij het veinzen van onder meer een hersenschudding van Ad van Tuyl, waardoor die voorlopig niet naar Duitsland hoeft voor de Arbeitseinsatz. Datzelfde geldt voor Harrie Trines, die zogenaamd ischias heeft.

Bevrijdingsnummer

In het bevrijdingsnummer van De PSV’er uit oktober 1944 schrijft Van Anrooy ook een stuk:

Wij kunnen elkaar ermee gelukwensen, het is een teken, dat we na de moeilijke jaren betere tijden tegemoet gaan. Als vereniging hebben wij ook het leed gevoeld om goede Nederlanders, die voor altijd uit de gelederen heengegaan zijn. Ook wij hebben de hoon gevoeld van een wedstrijd waarbij na half time de uitgangen van ons terrein arglistig werden afgezet door politie en NSB om onderduikers te vangen. Maar de sport hebben we hoog weten te houden al die lange jaren. In het zekere besef, dat de sport in de toekomst terecht een steeds grotere plaats zal gaan innemen, moeten wij PSV’ers mede in de voorste gelederen staan met als wachtwoord: Werkelijke vrije sport in een waarlijk vrij Nederland! Wanneer we het zover brengen, dan kunnen we ons met recht gelukkig gaan voelen in (en dit nu eindelijk zonder bedenking neergeschreven) de Nieuwe Tijd.

Oorlogsgravenstichting

Dat Van Anrooy de oprichter is van de Oorlogsgravenstichting ligt bijna in de lijn der verwachting als hoofd van de Dienst Identificatie en Berging. In 1946 ziet hij na een werkbezoek aan de Britse Imperial War Graves Commission in dat een soortgelijke organisatie ook in Nederland nodig is. Op 13 september 1946 richt hij daarom de Oorlogsgravenstichting op. Het verschil met de Dienst Identificatie en Berging is dat die zich alleen bezighoudt met de berging en identificatie. De Oorlogsgravenstichting is erop gericht alle oorlogsslachtoffers een graf te geven. Daarvoor zijn zoveel mogelijk gegevens nodig bij gemeenten, het Rode Kruis en andere instanties. Helaas is de bijdrage van de oud-PSV-voorzitter aan de stichting slechts van korte duur.

Oud fotoalbum over onder meer Anton van Anrooy

Dodelijk ongeval

Op kerstavond 1946 rijdt Van Anrooy van Den Haag naar Zaltbommel. In de buurt van Ede vliegt zijn auto door gladheid uit de bocht en crasht zwaar. Van Anrooy overlijdt ter plekke, zijn vrouw Hermine (Mientje) van Anrooy-de Kempenaer raakt zwaargewond en wordt met een schedelbasisfractuur naar het ziekenhuis vervoerd. Vier dagen later wordt Van Anrooy begraven in zijn woonplaats Zaltbommel.

Nadat Hermine van het ongeluk is hersteld, neemt zij de taken van haar overleden man over bij de Oorlogsgravenstichting. Ze aanvaart de uitnodiging om de eerste presidente van de stichting te worden, een taak die zij 25 jaar op zich neemt.

Het graf van Anton van Anrooy en zijn vrouw

Het ongeval gebeurt terwijl Van Anrooy in militaire dienst is. Hij is immers hoofd van de Dienst Berging en Identificatie. Dat is dan ook de reden dat hij als oorlogsslachtoffer is opgenomen in oorlogsdatabases als Oorlogsbronnen.nl en Oorlogsgravenstichting.nl.

80 jaar later is Anton van Anrooy helaas in de vergetelheid geraakt. Informatie is beperkt en er bestond er zelfs geen Wikipedia-pagina over hem. En dat is niet terecht, want Van Anrooy heeft zijn sporen verdiend – als (bedrijfs)arts, PSV-voorzitter én als oprichter van de Oorlogsgravenstichting.

Dit verhaal is afkomstig uit het boek PSV tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het boek is hier te bestellen!

Waardeer dit artikel!
Mijn gekozen donatie € -